Afscheid en verder

28 november 2016 - Luang Prabang, Laos

27 en 28 november

Gisteren Luang Prabang nader verkend en daar hoort dan ook een bezoek aan het voormalige koninklijk paleis bij. Aardig om te zien dat de koninklijke familie in zijn privevertrekken een zekere soberheid hanteerde die diametraal staat ten opzichte van de exorbitante aankleding van de aan de voorzijde gelegen vertrekken (waaronder een prachtige troonzaal) waar men zich aan de gasten presenteerde. 
Ook aardig om te bekijken zijn de geschenken van buitenlandse staatshoofden. 
Met name het nogal cynisch getinte cadeau van de heer Nixon uit 1973 viel ons op. Een model van een maanlander, een klein vlaggetje van Laos dat mee op en neer was geweest naar de Maan en een stukje in glas gegoten maansteen met daarbij een tekst die ongeveer het volgende inhield: ”de VS wil samen met ieder die dat wil werken aan een vreedzame wereld zonder oorlog”. Dit werd geschreven op het moment dat de Amerikaanse regering (zogenaamd ter ondersteuning van de grondtroepen van de koning) nog nietsontziend bommen gooide op dorpen in Noord Laos om daar de Phatet Lao te verhinderen de Vietcong te ondersteunen bij de strijd om Zuid Vietnam. Er stond overigens in de eetkamer van de koning ook nog een cadeau van ene heer Gerard Wuysthoff, van de VOC, een wat plompe kast die ik nog (stiekem) op de foto heb gezet.

Vandaag nemen we om 8:30 afscheid van Marcel en Eline die een VIP-busje hebben geboekt naar Vang Vieng en verder afzakken naar het zuiden van Laos. We hebben bijna vier weken met elkaar opgetrokken en dat is ons alle vier prima bevallen. Wij zullen het nu met zijn tweetjes zonder reisleider en leidster Marcel en Eline moeten doen maar in die vier weken hebben we goed opgepakt hoe je het beste je eigen reis gaandeweg kan inrichten en organiseren en dat lukt ons inmiddels zelf ook al prima.

Wij hebben voor vandaag twee mountainbikes gehuurd en gaan een trip maken aan de noordoever van de Mekong. Na de oversteek met de pont rijden we eerst oostwaarts door een aantal dorpjes met ieder weer hun eigen tempel (Wat of Vat). Wat ons opvalt is dat aan deze kant van de Mekong het erop lijkt dat de mensen niet echt zitten te wachten op bezoek van buiten. Wel vragen ze voor ieder bezoek van een tempel of zelfs een heel dorp toegangsgeld, maar de bijbehorende gastvrijheid die we al zo gewend zijn missen we hier een beetje. Desalniettemin een mooie tocht gefietst ook nog naar het meer westwaarts langs de Mekong gelegen Ban Chan Neua ofwel de Pottery Village waar ook veel stenen en tegels gevormd en gebakken worden. Ook hier schijn je te moeten betalen om het dorp te mogen bezichtigen maar de toegang met de kassa zit aan de Mekong rivier waar de toeristen per boot arriveren en wij kwamen ongezien vanaf het land het dorp binnen. We maken dan ook maar gauw rechtsomkeers en rijden (zonder te betalen) het dorp weer in. Op de terugweg komen we nog een traditionele crematieplaats tegen waar we vooral Chinese tekens zien staan. Het is er net als in de dorpjes die we passeren en langs de ‘dirt’-roads waar we op rijden een smerige bende. Overal ligt plastic en ook in Laos blijkt enig milieubewustzijn bij de gewone bevolking nauwelijks aanwezig. Rond het middaguur nog een stalletje opgezocht voor een kom soep en vervolgens weer met de pont terug naar Luang Prabang. In de tweede helft van de middag weer op pad met de fietsen om het zuiden van Luang Prabang te verkennen. Eerst naar de met goudverf beschilderde tempel Phra That Khong die je van verre al ziet schitteren en waar heel veel monnikken scholing krijgen en gehuisvest blijken te zijn. Ze hebben ieder voor zich een heel klein hutje waar zo te zien alleen een bed(je) met muskietennet in past. De monniken zijn op dat moment verzameld in gebed in een andere tempel dan de hoofdtempel.

We maken vervolgens nog een lus naar het zuiden tussen scooters, auto’s en vrachtwagens, opnieuw deels over stoffige dirtroads. We komen o.a. langs een soort paleis met levensechte olifanten met gouden slachttanden voor de poort en steigerende paarden binnen de poort. Bij navraag weet Sun ons te melden dat het de privewoning van een Laotiaanse constructieondernemer is maar dat er een aantal kilometers zuidelijker nog een veel groter complex staat van een koffieboer dat circa dertig miljoen dollar heeft gekost. De tegenstelling met de armoede die we vandaag ook weer veelvuldig in de ogen hebben gekeken is wel stuitend. Hoezo communisme?  

S’avonds eten we aan de overkant en Liesbeth komt daar een ex stagiare, Irene, van haar werk tegen, die al een paar maanden door Azie trekt. Ze kijken elkaar eerst een tijdje aan voordat het besef doordringt dat ze het wederzijds echt zijn en vervolgens kletsen en drinken we nog wat samen met haar en haar reisgenoot van dat moment, een Nieuw Zeelander. 

Foto’s